vrijdag 25 februari 2011

Ze leken zo aardig.

We dachten het nog zo: eindelijk! Eindelijk zaten de studenten en de universiteiten op één lijn. Eindelijk hadden we een gemeenschappelijke vijand: het kabinet Rutte. Want Rutte en kornuiten willen langstudeerders meer laten betalen. En de universiteiten waar langstudeerders opzitten, dat zijn natuurlijk enablers, en dus moeten ook zij het met minder stellen. Per langstudeerder.

De straat op dus, eensgezind leek het te gaan. Massaprotesten waar studenten en docenten zij aan zij ten strijde trokken tegen deze absurde plannen. De universiteiten gaven collegevrij, riepen zelfs iedereen op om te gaan.
Want ja, studenten genoeg, moesten ze gedacht hebben. En nu zijn we er dus allemaal ingestonken. De universiteiten zagen de bui al hangen, minder geld, dat betekent vast ontslagen of minder salaris! En dus moest er gestreden worden. Nu weten we allemaal dat de studenten de universiteiten voor het grootste deel bevolken. Logisch dus dat de hoge heren van de universiteitsraden ons inzetten als voetvolk. Ze wilden dan best een stukje meelopen.

Maar het mocht niet baten. De plannen worden voortgezet. En dus laten de voorzitters hun ware gezicht zien: als wij dan echt geen geld meer krijgen, dan moet de student het maar met nóg minder stellen, moesten ze gedacht hebben.

Snel hebben ze een ander plannetje bedacht. Zelf kunnen bepalen hoeveel collegegeld er gevraagd gaat worden, bijvoorbeeld. En niet alleen in de masterfase  een sociaal leenstelsel, maar alleen maar een sociaal leenstelsel. Als er geknepen moet worden, dan wordt er ook goed geknepen!

Zo zie je maar weer. Als het schip dan toch ten onder gaat, wil iedereen zijn eigen hachje redden. Desnoods over de rug van de studenten. Want die kunnen het allemaal toch wel betalen.

donderdag 24 februari 2011

Het campagneteam van Mark Rutte: achter de schermen.

Okee jongens, een weekje nog, en dan mogen ze he. Dit zijn de belangrijkste verkiezingen die we de laatste jaren hebben meegemaakt, en die we de komende tijd te verwerken hebben. We hebben Mark een tijdje wat buiten beeld gehouden, maar daar begint die blonde nu over te morren. Mark moet de straat op, we moeten profileren. Daarom heb ik jullie gevraagd wat huiswerk te doen, even wat puntjes mee te nemen waarmee we kunnen aanhaken bij de campagnes van de partners, en waarmee we die klootzakken van de oppositie mee kunnen naaien.

Dus kom maar op. Ja! Marie-Louise, wat zei je? Ja inderdaad, Geert en Maxime hebben allebei iets van die zachte g ja. Maar ’t moet over Mark gaan. Wat heeft die op dat gebied? Even wat harder? Ah, niks. Nouja, goed op weg hoor! Wie zei daar wat? Ja, Frederik, ga je gang jongen. De PvdA deelt alweer rozen uit zei je? En wat kunnen wij daar tegenin brengen? Ja, ik weet dat Geert nu zijn eigen tulpen heeft, maar kunnen we even op Mark focussen, jongens?

Misschien moeten we dan iets met religie? Maxime is christen, Job is jood, Geert is geen moslim, zoiets. Mark is ook christen, hoor ik iemand zeggen? Ja, daar hebben we dus niets meer aan, daar trekken wij als VVD trouwens ook geen stemmers mee, het moet echt iets aparts zijn. Had ‘ie geen boeddhist kunnen worden ofzo? Daar liggen de kansen he, in de niche, jongens, de periferie moeten we opzoeken! Studenten en docenten gaan het ook niet worden. We moeten echt een nieuw veld zien aan te boren. Hare Krishna, die lopen in oranje gordijnen toch? Nog iets met de partijkleur ook, ik laat er onderzoek naar doen.

Ja? Daar achterin? Speak up man, als je iets te zeggen hebt, gewoon smijten hoor! Dat hij single is en dat we hem aan een blonde stoot moeten koppelen? Ja, da’s waar, die foto van hem en een vriend op skivakantie heeft ‘m niet veel goed gedaan, vrees ik. Het liefst hadden wij natuurlijk ook gezien dat hij daar met vrouw en kind zijn bek verbrandde aan de glühwein, maarja, hij heeft geen vrouw, en hij lust geen wijn. Daar hebben we een werkgroep op zitten hoor, zowel voor de vrouw als voor zijn voorliefde voor Fristi. Wij weten namelijk ook niet hoe lang we dat nog geheim kunnen houden. Liever niet blond, trouwens. Voor blond hebben we Geert he, stond in de afspraken.

Maar we hebben nog maar een week he jongens, een week! Televisie-optredens zijn echt niet genoeg! En anders kunnen we het vergeten hoor, dan heeft Mark echt niks! En de VVD ook niet! Wie zei dat? Kom hier! We gaan hier niet pessimistisch lopen doen he? ‘Maar Mark heeft toch ook eigenlijk niks?’, kom nou toch een beetje!

En wie gooide daar met een propje? Oh, lezen, wacht. Ja...opzich...we moeten iets...

Mark Rutte. De man die niets heeft. Alstublieft, neem hem dit ook niet af. Stem VVD.

zaterdag 19 februari 2011

Go then not.

De 3JS. U kent ze allemaal. Of u dat als positief of negatief ervaart laat ik in het midden. Maar u kent ze. Jan, Jaap en Jaap, ze zijn onze nieuwe nationale trots. Zij zijn het die ons moeten vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. Commercieel mooi gespeeld. Iedereen weet dat het Songfestival hét homopartijtje bij uitstek is. En daarom sturen we drie mannen. Of nouja, mannen? Ach, in ieder geval zoiets.

We hebben genoeg gelachen met de titel van één van hun nummers, Ga Dan Niet. Okee niet. Het spreekt nog steeds tot de verbeelding. Het zou de ondertitel kunnen zijn van al hun muzikale werkstukjes. Maar uiteindelijk is toch gekozen voor Je Vecht Nooit Alleen. In navolging van Richard Rodgers en Oscar Hammerstein II, waarschijnlijk. Die vonden al dat je nooit alleen loopt. Lee Towers zong het ze keurig na. Jan en zijn makkers moeten gedacht hebben: ‘Lopen. Da’s zwak. Vechten, dat is voor echte mannen!’

En dus vechten we nu met zijn allen ook al nooit meer alleen. Dat is toch best een geruststelling. De zekerheid dat we drie mannen achter ons hebben staan wiens naam met een J begint. Voelt veilig. Voelt vertrouwd. Heel Volendams. Maar het is niet genoeg. De heren hebben het in hun bol. Zeiden ze eerst te voelen dat ze gevoelsmatig (houd dat begrip even vast, het komt nog terug) het festival al gewonnen hebben (alvast een excuus voor imminent failure, vrees ik), nu gaan ze toch sleutelen aan hun winnende nummer.

En waarom? Het komt niet snel genoeg op gang. Het intro heeft nog wat pit nodig. ‘Gevoelsmatig’ duurt dat intro namelijk te lang, volgens de heren. Nu weet ik niet hoe het met u zit, maar voor mij duurt ‘gevoelsmatig’ elk 3JS-nummer te lang. Dat terzijde, werk aan de winkel! Naast het intro dat straks in sneltreinvaart voorbij is (samen met, hopelijk, het nummer zelf dan toch, nogmaals), zullen we ook extra achtergrondkoren gaan horen. Eigenlijk zou de internationale gemeenschap hierop, tot nut van ’t algemeen, moeten inhaken. En dealtje sluiten met onze Volendamse vechtersbazen. Een afspraak dat, als de achtergrondkoren de heren overstemmen, zij dan van iedereen de volle punten krijgen. Ze hebben gevoelsmatig toch al gewonnen. Dan is een officiële overwinning op deze ietwat frauduleuze manier vast ook wel te verstouwen. Wij blij. Zij blij. En dan volgend jaar het Songfestival in Nederland. Natuurlijk in V-town, ’s werelds grootste openlucht-palingafslag. Sturen we Dries Roelvink om het goed te maken.

Maar stiekem heb ik het echte nieuws voor het laatst bewaard: Je Vecht Nooit Alleen gaat op het Songfestival waarschijnlijk helemaal geen Je Vecht Nooit Alleen heten. De 3JS hebben namelijk het extravagante plannetje opgevat om straks in Duitsland een Engelse versie van hun pronkstuk ten gehore te brengen.

You’ll never walk fight alone. Stadions vol. En gevoelsmatig niet te lang. Dit kan niet meer stuk. 

vrijdag 18 februari 2011

Egypte.

Ze waren
met miljoenen

De dag dat het geschiedde.


Dag later

koopt Anita

Een plastic pyramide.

Tasjestuig. Of: wat zou Geert doen?

Geert had eens een droom,
die droom ging over dorpen

waar tuig van jong en oud
zou worden ingeworpen.

Die droom werd wreed verstoord,
kritiek, cartoons, gezeur!

Weg was dat mooie oord,
dicht ging de dorpen-deur!

Maar wacht! Op straat liep Femke,
haar tasje werd gejat,

door ’n brommercrimineel
die spoedig werd gevat.

Nu heeft zij mogen proeven,
van tuig op straat gevonden:

zijn haar gedachten nu
met die van Geert verbonden?

vrijdag 11 februari 2011

Te wapen!

Het studentenleven van pakweg het laatste jaar is roerig geweest. Heel studerend Nederland heeft met afgrijzen kennis genomen van de plannen van het kabinet om eens goed te bezuinigen op het hoger onderwijs. Studenten, docenten, geleerden en studerenden protesteerden tegen dit plan, maar vooralsnog nemen meneer Rutte en zijn onderdanen een ‘we doen het lekker toch’-houding aan. Afwachten hoe dat gaat.

Op kleiner niveau zijn er aan de faculteit Geesteswetenschappen in Leiden (waar mijn studie onder valt) ook wat nieuwe, minder leuke regels te ontwaren. Zo is daar uSis, het student-informatiesysteem dat door de gehele universiteit wordt verguisd, en heeft de faculteit besloten dat iedereen die een tentamen bekroond krijg met een cijfer lager dan vier, dat tentamen niet meer mag overdoen. Volgend jaar weer een kans.  Ook de inschrijvingsregels zijn verscherpt. Want dat gaat lekker samen met het haperende uSis, ofzo.

De Universiteit Leiden vierde dinsdag haar Dies Natalis, ze werd 436. Een goed ogenblik om eens te kijken naar een paar motieven waarmee deze Academia Lugduno Batava toentertijd (in 1575) werd opgericht. Aan de hand van het wapen dat zij nog altijd voert:



Ten eerste zien we drie wapenschilden. Het schild linksboven is de Nederlandse Leeuw, rechts is het wapen van Willem van Oranje. Middenonder zien we het wapen van Leiden, de sleutelstad. De sleutels daarin zijn Petrus’ sleutels tot het hemelrijk, Petrus is namelijk de beschermheilige van Leiden. Vandaar ook de Pieterskerk.

En ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen.

Dan zien we in het midden Pallas Athena (Grieks) of Minerva (Latijn). Godin van de wijsheid. En ook een beetje van de oorlog, vandaar dat ze haar wapenrusting aanheeft. Het schild in haar handen is het Aegisschild, het schild dat haar vader Zeus (Jupiter, zo u wilt) heeft laten maken. Dure cadeaus van pappie, ze had goed bij het clubje gepast dat haar naam draagt.

Tot zover de vooroordelen. Haar speer ligt op de grond, en ze leest een boek. Wijsheid voor oorlog dus. U moet weten dat Leiden net was verlost van de Spanjaarden toen de universiteit werd gesticht. Willem van Oranje had namelijk staatslieden nodig, academici en dominees, om zijn jonge Republiekje op gang te helpen. Dat is de enige reden dat deze universiteit gesticht werd, niet de moed van de Leidse bevolking tijdens de Spaanse belegering, zoals nog weleens gezegd wordt.

Willem's Wapen.

De universiteit moest dus een centrum van kennis worden dat de latere Republiek moest voorzien van de beste academici. Er moest geconcurreerd worden met het katholieke Leuven, en de Academie moest vooral een bolwerk van vrijheid worden, een Praesidium Libertatis, zoals het wapen zegt. Willem van Oranje zelf noemde het ‘een vast steunsel ende onderhoudt der vryheyt’.

Zijn we daar, in retrospect, 436 jaar later, in geslaagd? Ik denk dat veel studenten graag het boek weg zouden gooien, en de speer zouden willen oppakken, om ten strijde te trekken tegen al die vrijheidsbeperkingen.

donderdag 10 februari 2011

Kraak. Beroemder dan je denkt.

Ik zal er geen doekjes om winden. Mijn achternaam is Kraak. ‘Kaa Er Aa Aa Kaa’, voor mensen die vragen hoe je dat spelt. Want dat doen ze nogal eens. En als ze dan horen dat het ‘gewoon’ als Kraak gespeld dient te worden vinden ze dat een beetje vreemd. Kraak. Zo heet je toch niet?

Maar toch, het is een achternaam met best een leuke geschiedenis. Althans, de geschiedenis is niet helemáál zeker, maar toch wel bijna. Ofzo. De naam komt namelijk vooral in het kustgebied voor, en naar men aanneemt kreeg één onzer voorouders de naam (die ook als ‘van (de) Kraak’ of ‘van (de) Craeck’ voorkomt) aangemeten omdat hij een kraak bevoer. Een zeeschip dus. En wat voor één! Columbus’ vlaggenschip was een kraak. Ferdinand Magellaan gebruikte ze ook. Dit omdat ze goed geschikt waren voor lange tochten, en ontdekkingsreizen hebben dat kenmerk nogal vaak.

Een kraak. Ziet er best comfortabel uit toch? Kun je best, say, Amerika mee gaan ontdekken.

Ok, van die geschiedenis is misschien maar weinig over. Maar in het Engels heet een kraak carrack. En daarmee heb ik wel mooi dezelfde achternaam als Paul. Niet McCartney. Wel Carrack. En dan vertaald. Dus.

Paul Kraak.

vrijdag 4 februari 2011

Toevallig ontdekt: toeval blijkt geen toeval.

Een aantal dagen terug is bekend geworden dat de Leidse natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes in 1911 niet per toeval de supergeleiding ontdekt heeft.

Heike Kamerlingh Onnes (1853 - 1926)

Da’s allemaal leuk en aardig natuurlijk, zo zien we maar weer dat Heike het allemaal nauwkeurig heeft bijgehouden, maar er is wel een máár. Namelijk, als we even het stukje in de Volkskrant nalezen over de ontdekking van deze verloren gewaande notities, zien we dat dát wel op toeval gebaseerd was. Er was een boekje met de labels 1909 – 1910, en een boekje met 1911 – 1912, en dat boekje begint pas in oktober 1911. Dat is net na de ontdekking van de supergeleiding. Kamerlingh Onnes noteerde alles ontzettend nauwkeurig, behalve -blijkbaar- één van zijn belangrijkste ontdekkingen.

Of toch niet? Het mysterie is nu opgelost. De aantekingen tot oktober 1911 stonden, oh gruwel, nog in het boekje dat alleen de aantekeningen van 1909 tot 1910 zou moeten bevatten!

Om dat even in perspectief te zetten: 1911 is honderd jaar geleden. Honderd. Jaar. We hebben dus een ééuw lang aangenomen dat het toeval was, dat er iets was met een slapende knecht en een koeling die dus niet in de gaten gehouden werd. En honderd jaar later moesten er dus twee wetenschapshistorici aan te pas komen om te zeggen: ‘Jongens, we gaan het boekje ervoor nog eens bekijken. Wie weet staat daar iets in.’

En daar was het. Opgelost. Honderd jaar wetenschap, ga u schamen!

Toegegeven, het is wat moelijk leesbaar.