Een selecte delegatie (zeg maar gerust elitegroep) van de studievereniging NNP (Nieuw Nederlands Peil) uit Leiden vertrok vrijdag op studiereis naar Gent. Daar kwam ter sprake dat Karel Bostoen (wie is dat?) iets te maken heeft gehad met de oprichting van diezelfde studievereniging (maar wat dan?). Niemand wist eigenlijk over wie het ging, maar dat deze man aan de bakermat stond van onze vereniging, en dus indirect verantwoordelijk was voor deze prachtige reis, was reden genoeg voor een stuk epische concentratie van jewelste. Mythevorming, zo u wilt. Noem het zelfs religie.
Karel Bostoen, 1984
Zo weten we bijvoorbeeld dat dr. Bostoen de conducteur en producent was van de trein waar op de heenweg in zaten. En die daarna. En die dáárna. Want Karel wist dat twee keer overstappen goed zou zijn voor onze conditie. En de haast bij dat overstappen nog beter voor onze harten. Ook was het zijn telepathische leiding die ons bij het Justitiepaleis uit de tram deed stappen (of was dat Yves’ richtinggevoel? Nee, ook Yves was Karel, in één van zijn vele verschijningen), zodat we nog een half uur naar jeugdherberg ‘De Draecke’ moesten lopen. Van Bostoense makelij, uiteraard. Hij was ‘m zelfs nog aan ’t verbouwen.
Toen een lezing. Van dr. Jeroen Deploige (Ziet u de gelijkenis? Jeroen? Bostoen? Het was ‘m gewoon wéér!), die ons vertelde over de twisten tussen de abdijen van St. Baaf en St. Pieter. Beiden in Gent gesitueerd, namelijk. En twee abdijen in een stad, dat gaat gewoon niet. Karel weet dat. De Gentenaren niet. Maar Karel’s wegen zijn ondoorgrondelijk. Jeroen wist ons trouwens ook te vertellen dat Keizer Karel de Vijfde in Gent was geboren. Het kán gewoon geen toeval meer zijn.
Studentenrestauratie ‘De Brug’ had de twijfelachtige eer ons met het slechtste eten van Gent te voeren. Hoewel, de patat (Nee! Friet!) was best lekker. En de chocolademousse ook. Lekker koud ook, allebei. Net als de schorseneren, die daardoor oneetbaar verklaard moesten worden. En de garnalenkroketjes moesten worden gedeeld, want sommigen kregen in plaats daarvan kaassouflés. Niet onoverkomelijk, allemaal. Toch zou Karel ’t anders gedaan hebben.
Die avond vond Bostoen het een goed idee om ons, weer in de vorm van Yves, door heel Gent te laten lopen. De karaokebar had hij namelijk gesloten, en dus moesten wij als verdwaalde schapen op zoek naar iets anders. Uiteindelijk belandden wij als klein groepje (van drie) in de bar van het hostel. Dat had Karel mooi gezien, zo konden we lekker op tijd gaan slapen. Hoewel dat niet altijd even goed ging, maar dat moesten we maar voor lief nemen. We waren in Gent, tenslotte.
Zaterdag. Op naar de kerk! De St. Baafs (Dat voor de duidelijkheid. Gent heeft nogal wat kerken redelijk dicht naast elkaar staan). Eerst maar eens naar de crypte (alwaar het mysterie van de vierde spijker werd opgelost. Niet verder vragen.), en daarna naar het Lam Gods. Een kleine replica, welteverstaan. Daarna naar het Lam Gods. Een iets grotere replica. En daarna naar het Lam Gods. Het origineel. Wat kan die Bostoen schilderen zeg! (Gebroeders van Eyck, zegt u? Niet alles geloven.) Stadswandeling erna, Karel heeft ook wat begrepen van bouwkunde, weten we nu. En Yves raakte er maar niet over uitgepraat. Er was trouwens ook genoeg over te vertellen. Gent is namelijk een ontzettend mooie stad, met ontzettend veel historie. Zeker een bezoekje waard, mocht u eens in de gelegenheid zijn. Karel Bostoen kent men er waarschijnlijk niet. Maar laat dat u niet tegenhouden.
De kerk had ons blijkbaar ook geïnspireerd, want de Opwekkingsliederen-en-meer in het restaurant die avond waren niet van de lucht. Een natuurkundige zal anders beweren, maar wij weten wel beter. Een voortzetting van de avond in ‘De Maecht van Ghent’ was ook een goed idee. Dat klinkt vreemd, is het niet. Althans minder. Als een Vlaming je gaat vragen of ‘ie je ergens van kent ga je je toch afvragen op wie je lijkt.
Wederom naar Karel Bostoen’s schilderkunst kijken in het Museum van Schone Kunsten een dag later. (Weer een Jeroen! Jeroen Bosch, zelfs. Bosch-toen. Ons houd je echt niet voor de gek hoor. En ook nog een de Vos(-toen). Het ligt er echt heel dik bovenop zo.) Jozef was ook van het huis van Bostoen, wist u dat? Staat in het Bijbelverhaal van de Annunciatie, als we de voorlezer daarvan moeten geloven. Daarna nog waterzooi eten, want dat is echt Gents, dus dan moet dat.
Huiswaarts. Weer drie treinen. Hier en daar wat vertraging, niets om ons zorgen over te maken. Wel veel drukte. Maar ook heelhuids thuisgekomen. Alles zeer draaglijk dus.
Samengevat: het was weer een onvergetelijke reis! Gent is een prachtstad, zeker met zulke prachtmensen! Imitaties, gezang, eindeloze quotekanonnades, veel lopen, veel luisteren, veel leren, niets was te gek! Behalve de reis. Die was wel te gek.
Ook niet onbelangrijk om te vermelden: mijn vriendin en ik ontmoetten elkaar bij de vorige NNP-België-reis, vorig jaar. Dus wij kennen elkaar nu een jaar! En over anderhalve maand zijn we officieel een jaar samen.
Jaja, een jáár, dames en heren!
Wij, maart 2010 (dus ongeveer een jaar terug!)
Bijlage 1: Een selectie ‘Gent’-rijmgrappen:
Ik raak maar niet gewend aan Gent.
Alles went, behalve Gent.
Met je tent naar Gent.
Met je vent naar Gent.
Nooit zoveel gerend als in Gent.
We werden herkend in Gent.
Geen krent in Gent.
Helemaal ingeblend in Gent.
Ik was recent in Gent.
We hadden een reis gepland naar Gent.
etc.;enz.; e.v.a.
Bijlage 2: Een (zeer incomplete!) selectie ‘Karel Bostoen’-grappen:
Was jij ook in dat Bos toen?
Of was je op Kos toen?
Hij was wel de klos toen.
We gingen wel los toen.
Bostoen had een nieuwe auto. Een Ford Ka. Men was het daar niet mee eens. Staat nu bekend als de Ka-rel.
Ging jij ook naar die cross toen?
Hij viel in het mos toen.
Daarbij voegde hij ook een glos, toen.
Hij at een broodje smos, toen.
Hij was ook lid van de TROS toen.
En nieuwslezer bij de NOS toen.
etc.;enz.; e.v.a.